wij hebben schelpdieren langs de kust.
—————
in de bergketen leven ook geiten
—————
in onze bergketen is marmer te vinden.
—————
ook groeien langs de rivier olijven.
—————
ook groeien langs de rivier vijgen.
—————
Wij verbouwen druiven langs het water.
—————
langs de rivier groeit ook katoen.